De KBF eist dat een alpiene beginnerscursus GEEN voorklim- of knoopervaring vraagt. Helmut* vraagt dat stiekem toch. Zo wordt er niet getreuzeld en gaat hij meteen aan de slag. Met simpele basisknopen komt ge ver: halve en hele mast; prussik en vissers; dubbele zaksteek; ankersteek; acht; negen (acht die iets langer legt maar makkelijker ontbindt). Gene rocket science.
Start..
We ontmoeten aan een helling, onderaan een gletsjer in de streek van de Dent Blanche, de Aiguille de la Tza en de Mont Collon (zie prentjes). Helmut woont en skiet in dit deel van Walliser Zwitserland. Hij heeft al wat LUAK’ers begeleid de laatste jaren: Jonas, Hendrik Vdb, Leen Vdj, Koen H en Fabienne, Ward Dries... Nu staan we er met z’n vijven, met zonnebril en dikke rugzak.
Helmut is als berggids een van die zeldzame uitverkorenen (*) die een dooie man graaft en uw redding uit een crevasse voorbereidt, allemaal in minder dan twee minuten. Hij vertelt de planning en het weer. Xavier: “Wij gaan dan ’s avonds op een gletsjer staan.. en ge zegt juist dat het donderslag en bliksem wordt.. is dat niet erg?”. Helmut: “ja, DZJZZJJZJJZZZZ”.
Na een fikse wandeling en geklauter ten slotte, installeren we onze gordels. We wijzen naar het maatlabel van Xavier:“De W. Van walvis”. Omgekeerd! En zo begint ons avontuur zonder teveel theoretische omzwervingen. Verwacht scherpe toppen, (zelf)reddingstechnieken, in ijsgrotten gegooid worden en van autowegbrugjes over kabbelende beekjes. En ik in een crevasse, ergens in een onaangeraakt sneeuwveld tot voorbij de horizon.
“Euhm.. klaar? Spring maar.”
-“Ok girl, story of my life..”. Nog net hou ik mezelf tegen om een sprongske te wagen. Ik zet me op de rand. Ik laat me afglijden in de spalt. Wow.. mijn vijf cordéemakkers boven geven los touw en dan.. whoesh.. rek vollenbak. Ik word opgeslurpt door de ijskou hijgende spleet, en kom vast te zitten, geflext met mijn schouders, samengedrukt, spartelend boven een zestal meter niks en een blauwe gloed van ijspegels onder mij. En nog dieper het begin van een donker hol.
Zeven meter diep hang ik in de lucht, halfweg naar het donker, halfweg het zichtbaar deel van de crevasse, samengedrukt door haast lichtgevend blauw ijs ouder dan wat iemand zich kan herinneren (300 jaar?). Als een vis op het droge probeer ik in mijn geblokkeerde positie, met mijn ijsbijl, de linkerwand te raken. Gaat niet. ... Ow jawel.. Steenhard. Doorweekt van ijsblokjeswater, smeltend al iets dieper opgeslorpt door de gletsjer, begin ik eeuwige minuten later trek te voelen. MannschaftZUG!!
De technieken die ge leert kunt ge ongeveer indelen over vier terreinen: (1) land: hoe ergens geraken; (2) ijs: veilig en vlot crevassen over etc, een ijsgrot uitgeraken met twee ijsbijlen, touwgroepen maken, zelfredding, takelsystemen..; (3) sneeuw: zoals ijs met dan ook zien dat ge niet door crevassen zakt,...; en (4) rots: vooral klimmekes afzekeren simultaan, wevend,... Op elk terrein maken we verschillende relais om ze met de groep kapot te trekken voor een pint (7CHF of 6EUR voor een Heineken in de hut, alternatief voor de bergcola aka water uit de hutkraan). Zelfs met sabotage blijken ze te sterk.
Sfeerbeeld:
Een marmot wiebelt door het gras op de helling. “Die fluiten, zeker als ge dicht komt”. Of als ge die in de pot gooit.
We doorstaan vele soorten weer, soms allemaal op 1 dag. Uiteindelijk zijn we met de nodige backuptechnieken enkele toppen op getrokken, zoals een PD-benadering van een van de Aiguilles Rouges d'Arolla op een steile ijsschuifaf en door een crevassenveld met vaker sneeuw dan ijs. Amai, op een week Chinees geleerd. Ook Jonathan en Brecht volgen deze zomer een stage voor een brede alpiene basis.
*: Hij was de laatste jaren vast te krijgen via klimclub Bleau Gent, wat nu de laatste keer is. Vanaf binnenkort krijgt ge onze Servaes (instructor) via Bleau en is Helmut (gids) enkel nog rechtstreeks en voor Zwitserse flappen in te schakelen.
*: Er zijn 10 Belgen die alle ingangs-, tussentijdse en vuurproefexamens doorstonden en na 3-7 jaar berggids mogen heten.. Niet te verwarren met reguliere monitors en instructors die in feite enkel vrijwillig alpien toppenwerk mogen leveren. Hier en hier (met LUAK'er Jan Vanhees' Namasté) meer over het statuut.
Bonus: Een afsplitsend valleitje terug stoten we op de Grande Dixencedam. Architecture of doom.. Veel elektriciteit! 285 meter hoog! Maar pas op, das dan weer niks tegenover de bergen die daar achter komen, als ge ergens vanop de Col de Riedmatten van ver rondziet, en ni eens het 700m hoogteverschil nog realiseert tussen – in de verte – de Dent Blanche en de Aiguille de la Tza. Dat is zoals wanneer ge in Chamonix Montenvers staat en naar de spitse Bonattipijler van de Petit Dru hoog in de hemel tuurt, en niet kunt geloven dat dat tjoepke daarachter (de Aiguille Verte) nog eens een kleine 400 meter hoger is. Of gewoon al als ge beneden in het dal staat en de Dôme du Goûter opmerkt, en precies direct erachter en precies maar een bobbel hoger, gewoonlijk in de wolken, ontdekt ge de Mont Blanc, toch 500 meter hoger.
Next up?: