♦ I INLEIDING

Een website spreekt over Murcia/Elda/Alicante/Benidorm/Calpe/Gandia’s klimmogelijkheden in zinderende superlatieven, superlatieven waarvan geen enkel klimgebied op de site gespaard blijft, of het moet misschien Durnal zijn, maar dat staat er niet op. Toon maar iets.

Aha, dat doen de topoboeken! Covers pronken met 6b+ Tai Chi en diep in de achtergrond rijst de Peñon op uit de zee. ..of toch nog eerder uit de schimmel van gebouwtjes ervoor, lelijk huishoudend tot aan de kust, ooit achteloos volgetekend door een select clubje willekeurige poenpakkers. It barks at no one else but me? Kan ik het me herinneren? Dat in een nachtmerrie een plaats er aan tipte?

Van torenhoge verwachtingen heb ik geen last.


Calpe in 1959, voor de passage van projectontwikkelaars

   

♦ II AANKOMST

De luchthaven ligt al iets achter ons. We verdwijnen in de shaduw van een overbouwde restruimte. Dolend over asfalt waar geen kat passeert botsen we op de Sam. Toevallig is hij op rondtrip met zijn buske en wij gaan auto's oppikken om ons te nestelen in een huisje op de bergflanken boven Calpe. We zullen Marianne Vos, de wielrenster, zien trainen met haar vriendinnen, eventjes hopeloos verloren rijdend bergop door stof en stenen. En Sam en Marianne zijn lang niet alleen om het hier een kans te geven. Awel, misschien...

Maar voor we dat doen passeer ik midden in wat een woestijn moet zijn. Een lokaal autoverhuurbureautje is het enige dat hier opdoemt uit het stof. De baas trekt stiekem mijn kredietkaart te vroeg uit het bakske. “Probeer nog eens”. Stiekem blokkeert dit tijdelijk krediet zonder transactie. Trucen van de foor. Dus als hij bij mijn zevende poging zijn schouders ophaalt mompelt hij: “Geef anders een lagere waarborg cash, ge moet dan alleen onze schitterende verzekering van €160 er bijnemen, god ik ben zo een filantroop.” Hij herhaalt de formule een paar keer. Misschien was ik ooit een dino die in teerputvalstrikken verzeilde maar ik pas. “Gij zulde gij nog eens veranderen in een verzekering gij.” ...of zoiets zeg ik in het Spaans, maar dan beleefd en misschien iets meer Italiaans, ondertussen bellend naar mijn bank die hier wel raad mee weten..

Jelle en Leen

   

♦ III WANDELEN

Flits! De avondbries streelt onze jassen. We trekken met zijn tienen (grote groep) El Peñon de Ifach op. Want dat gaat blijkbaar, mits tunnels, geklauter en het passeren van kruisjes van dode struikelaars. De zon en zee lachen met de witte gebouwkes die vanaf hier duidelijk toch ni zoveel kunnen doen aan het landschap. De gigameeuwen wijken niet. Met hun krijsende roodgestipte snavel maken ze duidelijk dat we niet welkom zijn. Na een lange wandeling en veel fierheid op onszelf staan we op de top, waar een straatkatje ons welkom miauwt.. euhm. De zon gaat onder en het kleurt diep apocalyptisch roodoranje. Mijn maag laat van zich horen zoals de onheilspellende lucht boven de Serengeti in de natuurdocumentaires die ik als kind zag. Dus die avond eten we goed. Was het de BBQ of de dag erna, ik weet het ni. Berekoude welkomzwemmetjes, dat weet ik nog. En Marie, Leen, Carmen en Mieke die die nood niet voelden.. voorlopig.

Brecht komt in de ochtend na een semester Wenen aan. Het klimmen begint bij het late ochtendgloren. We slingeren omhoog naar de bergen, naar Olta. Na een fikse wandeling bergop, waait Brecht bijna van de berg. Desondanks, doorheen een steenlawine omhoog, vinden we het klimmassief. Dit is dus de kalksteen hier. Ik zou dat ook behaken, wow. Maar het begint te regenen. We vluchten. We zwemmen. We gaan over een graat naar het hoogste punt van de regio scramblen. Mirador de Bernia. We raken er maar het is pittig. We passeren op de terugweg een fort van de zestiende eeuw dat in eerste instantie uitkijk bood op piraten en pas later op Bandoleros (struikrovers) die pas in de twintigste eeuw uitgeroeid werden, of gewoon braaf. Hendrik, Marie en Tom multipitch’ten vandaag bij vele beauforts op de Peñon de Ifach, met meeuwen.. 'towtouwtow'.. 'NEEHH!'.

Johan en Brecht

   

♦ IV KLIMMEN MA/DI

Vandaag hernemen we Olta. Daar vinden we de route die op de topocovers prijkt. Hmmm. Gewoon mooi voor de foto? Nee, 6b+ Tai Chi blijkt wel een klassieker voor iets helemaal anders: passen waaraan het zijn naam ontleent, op een rechte wand. Een andere memorabele 6b+ is Tufa Groove, die veel langer is, hoger, en verzurender zelfs al in het begin. En waar enkelen onder ons serieuze kletsen in krijgen. “Nog nooit zoiets geklommen” klinkt het. Daarnaast wordt nog een 6c’ke uitgewerkt later op de dag.

Skyline van Benidorm, in de jaren 1950 nog een klein vissersdorp

De volgende dag verspreidt de groep zich over Sierra de Toix, ook niet ver van Calpe, en ver genoeg van Benidorm. Tom, ik, Marie en Hendrik verkennen de hangende kliffen, met enkele rappels en multipitchkes boven een kolkende zee. Een verzengende hitte valt over een moeilijk bereikbaar kliffengebied waar alleen klimmers lijken te komen, zoals de Australiër en Duitsers die afdalen in de diepte om zevende (en 1 achtste-) graadsroute(s) te equiperen. Verderop vinden we ook een “sketchy” highline over twee uitstekende punten van de kliffen. Tom wandelt ze uit. Verder geen enkele wandelaar hier. De bekende multipitchroutes werden modern behaakt afgelopen november. Het tradgerief mogen we terug wegsteken. Het doet geen afbreuk aan de Magical Mystery Tour.. vier sterren voor de naamkeuze alleen al. Let me take you down. Ik traverseer met Tom een tijd langs de kliffen, en na wat gezoek en te ver door traverseren op onbehaakte steile bobbellige wanden, vind ik de relais voor de laatste lengtes recht omhoog. Tom komt af. Dan ff vechten om wie welke lengte mag voorklimmen. Tom vertrekt. Ground control to major Tom? Tom is lang uit zicht. Aha, ik kan afkomen.

Eens over de rand piepen. Fwoooo.. Rappellen, traverseren, Tom zekeren en "the only way out": omhoog!

   

♦ V KLIMMEN WO/DO

We gaan de volgende dag allemaal naar Sella, het zogeheten populairste massief in de Costa Blanca.. nabij Benidorm: wi-u-wi-u-wi-u-wi-u-wi-u.. alarm onterecht blijkt. We duiken diep het binnenland in en rijden door riviertjes die in de zomer ongenadig opdrogen. Kleine landslides voorkomen dat er al te veel auto’s doordringen tot de beboste valleien. Na een hobbelige rit komen we aan de enkele sectoren in de zon die behoren tot de Rinoceronte, de berg die zou lijken op een neushoorn, een typisch Spaans dier.* Tom en Johan vervoegen tegen het einde van de dag de groep, na een wilde zoektocht naar hun multipitch een berg verder. We klimmen vanalles en ontmoeten een dirtbag die helemaal alleen een paar maand in het gebied woont om te klimmen met iedereen die er passeert. Er zijn vele opwarmroutes. Een route waarin iedereen toch wel werkt is 6b+ Martin Galas dacht ik, met verkenning van 6c+ Kashba. Hendrik probeert zoals vanouds tegen het einde van de dag nog aan zijn portie zevendegraadsroutes te komen.

De volgende dag gaan we naar verschillende gebieden. Sommigen gaan terug naar Sella, anderen naar de kliffen van Sierra de Toix. Ik klim in laatstgenoemde met Jelle en Brecht. We rappellen door de lucht, diep in de Pirate’s Cave, tot slechts enkele meters boven de zee. Het water beukt langs alle kanten rond ons op de rots, zowel in de aansluitende bodemloze grotten, als tegen de klifrand die over de zee hangt aan de andere kant. Via een steile wand volgen we de makkelijkste multipitch om terug uit de grot te geraken. 6a+ Parlé telt drie lengtes. In de buurt zijn er voor daarna ook nog enkele sportklimsectoren waar er rustig gecruised en gezocht kan worden naar grepen in 6a’s.

Naklimmers boven, helm af en relais afbreken. (foto Mieke)

   

♦ VI KLIMMEN VR/ZA

We gaan naar Peña Roja bij het dorpje Lliber. Johan, Marie en Tom splitsen af voor trad op de Peñon. In Lliber is de Xalórivier opvallend actief. We rijden er een paar keer door en achter amandelboomgaarden vinden we rode rotsen. De route wordt vandaag 6c+ Sin tarjeta de presentación. Licht overhangend en serieus op de voeten, met heel verrassende stukken. Het is niet gewoon een wand. Er hangt een beetje vanalles onderweg. Ik zit lang vast op de tweede crux. "Da gaat ni" en er wordt gedacht in plaats van geklommen. Het hoofd wil weer volgen, ver boven de grond waar het zijn voeten heeft. It's in the mind, der Kopf ist der stärkste Muskel.

Brecht

De laatste klimdag vallen we met z’n allen een gated community binnen. Altea Hills. Wannebe Beverly Hills. Security komt af en toe langsrijden, occasioneel naast me vertragen en hun raampje laten zakken, waarop ik per ongeluk doorrijd. ’t Is onze laatste klimdag, geen tijd. Ergens langs de baan, tussen het onkruid, vinden we een hele reeks 6a’s en 6b’s die allemaal een heel gelijkaardige stijl hebben met heel luchtige behaking op dal bovenin, maar met telkens toch heel verschillende routes. 6b Green Bolts wordt unaniem verkozen tot route van de dag.

En nu terug naar huis.

Marie

---

*(?)